We zijn al met de energietransitie begonnen, maar er ligt nog een lange weg voor ons. Hoe loopt deze weg? Met wie en hoe snel kunnen we hem gaan? Diverse projecten hebben me ideeën gegeven over hoe we de transitie kunnen versnellen. Deze ervaringen staan aan de basis van vijf adviezen, die ik graag met u deel.
1. Een positieve boodschap
We moeten weg van het probleem-denken, “Het gaat niet goed met de wereld”, naar een positieve boodschap. De energietransitie is een kans! Ik merk dat de vele berekeningen van de opgave voor 2030 of 2050 mensen het gevoel geeft dat deze opgave enorm is. Cijfers in de verre toekomst bieden mensen geen handelingsperspectief. Met mensen in gesprek gaan over wat ze morgen kunnen doen om een bijdrage te leveren, levert veel meer op. Dit geldt niet alleen voor inwoners, maar ook voor organisaties. Organisaties worden namelijk gevormd door mensen, mensen met persoonlijke drijfveren. Zo kwam tijdens ‘de Energiedialoog’ bijvoorbeeld het volgende op tafel: “Ik ga morgen mijn woningbouwcoöperatie bellen om te vragen of er zonnepanelen op mijn dak mogen komen.” Dát levert concreet wat op.
2. Werelden verbinden
Het is nodig om verschillende werelden van overheden, zoals provincies, regio’s en gemeenten, met elkaar te verbinden. Maar ook die van bedrijven, maatschappelijke organisaties, en bewoners. En vergeet de samenhang met andere thema’s zoals klimaatadaptatie, de NOVI en circulaire economie niet. Het is een complex geheel. Niet iedereen spreekt dezelfde taal en is even ver in de ontwikkeling van visies en plannen. Timing, oftewel de juiste mensen in de juiste fase betrekken, is van groot belang. Net als het aanstellen van een trekker of coördinator waar alle partijen vertrouwen in hebben. Vaak is een overheid zelf een stakeholder in het proces. Een onafhankelijke procesregisseur, die tussen de partijen in staat, het overzicht bewaakt en een centraal aanspreekpunt vormt, kan enorm helpen.
3. Bouw aan vertrouwen
In de beginfase van een proces is bouwen aan vertrouwen belangrijk. Vooral als er voor langere tijd samen moet worden opgetrokken. Wat drijft mensen? Waar zitten belangen? Wees daar open en eerlijk over, deel twijfels en overwegingen met elkaar. Creëer een veilige omgeving waarin mensen in gesprek blijven. Te vaak zie ik dat mensen direct beginnen met plannen en projecten uitwerken of later in de samenwerking geen tijd nemen om samen te reflecteren, van misstappen te leren en successen te vieren. Zonde, want dan ontstaat er vaak wrijving – en dus vertraging voor de volgende stappen in het proces. Blijven investeren in de samenwerking is dé basis voor succes!
4. Organiseer uitvoeringskracht
Stel capaciteit en kennis beschikbaar om de ambities te realiseren. Ik zie veel gemeenten en regio’s met slechts één of enkele medewerkers aan een energie- of klimaat-neutrale omgeving werken. Daar is echter meer menskracht voor nodig. Andere factoren die de snelheid van de transitie beïnvloeden zijn bijvoorbeeld de beschikbaarheid van betaalbare technische oplossingen, voldoende financiering en passende wet- en regelgeving. Hier is echter vaak beperkt invloed op. Laten we ons richten op factoren waar we wél invloed op hebben.
5. Stap voor stap
Tot slot wellicht nog het allerbelangrijkste advies: richt het proces organisch in. Bepaal samen het vertrekpunt en van daaruit de volgende stap. Er is geen uniform stappenplan voor een aanpak wanneer er nog veel onzekerheden zijn en ontwikkelingen snel gaan. Zorg dat je samen stap voor stap de weg bewandelt naar dat – nu nog ver weg lijkende – einddoel. Het is namelijk dichterbij dan je denkt.