Wat motiveert boeren om landschapselementen als houtsingels, houtwallen en elzensingel te onderhouden? Marjolein van Woerkom van Wing sprak met boeren en aanverwante partijen over hoe we dit karakteristieke landschap kunnen behouden.
Hoopvolle blikken zijn op mij gericht. Zo’n zeventig man is toegestroomd naar het zaaltje om het verlossende antwoord te horen. Wat hebben boeren eraan? Waarom zouden ze houtwallen, houtsingels en elzensingels onderhouden? Al jaren werken verschillende partijen aan het vraagstuk hoe we deze unieke landschapselementen kunnen behouden. Er is zelfs een Aanvalsplan Landschap opgesteld, een initiatief van Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Maar een belangrijke vraag die blijft rondgonzen is: hoe kunnen we boeren enthousiasmeren om deze landschapselementen op hun land te koesteren?
Heilige Graal
En nu sta ik hier voor deze boeren, natuurliefhebbers en aanverwanten om de uitkomst van mijn verkenning te presenteren. Ik ben in drie vooraanstaande houtsingelgebieden gaan kijken: hoe doen ze het daar? Wat kunnen we ervan leren? Ik sprak daarvoor met agrarische natuurverenigingen, stichtingen, terreinbeherende organisaties, provincies, gemeenten, en natuurlijk met de boeren zelf. Verwachtingsvol kijkt het publiek mij aan. Ze wachten op de Heilige Graal. Maar ik moet ze teleurstellen; die heb ik niet.
Niet meer nodig
Want ja, waarom zou een boer houtsingels op zijn land gaan onderhouden? Voor de landbouw hebben ze technisch en economisch gezien geen meerwaarde. Ze kosten tijd, energie en geld. Bovendien nemen ze kostbare productiegrond in beslag. Afgevallen takken moeten van het land worden geraapt, voordat het land bewerkt kan worden. In de herfst blijft het land te lang te nat. Ze zorgen voor schaduw, waardoor de opbrengst van het gewas achterblijft. In deze kapitalistische wereld, staan landschapselementen niet meer hoog in het vaandel bij de grondeigenaren. Ze hebben niet de economische waarde die ze vroeger hadden: veekering en stookhout. Zoals een plaatselijke boer tijdens mijn verkenning verwoordde: “Ik heb nu hekken die het vee keren, en ik heb nu gas en elektriciteit in plaats van hout. Die houtsingels heb ik niet nodig.”
Liefde voor singels
Maar als ze er geen waarde in zien, waarom doen de boeren in de door mij onderzochte gebieden hieraan mee? Het meest gegeven antwoord: intrinsieke motivatie. Deze boeren zijn opgegroeid met landschapselementen. De liefde voor singels zit in hun genen. Een melkveehouder in de Noardlike Fryske Wâlden vertelt dat hij er zo’n honderd uur per jaar aanbesteed, maar ondertussen hebben zijn koeien er niets aan. Die staan met 25 graden liever in de stal. Toch gaat hij ermee door; samen met zijn vader op het oude trekkertje tuffen ze eens in de zoveel tijd langs de houtwallen en elzensingels. Friese behoudsdrang noemen ze dat daar.
Geitenwollensokkenverhaal
Een sceptisch gesnuif klinkt door de zaal, wanneer ik dit vertel. Wat een geitenwollensokkenverhaal. Ben ik hier nu voor gekomen? Daar kun je toch niet je boterham mee verdienen? Maar misschien gaat het daar niet om. In Staphorst en Rouveen raken boeren begeesterd door kennisontwikkeling. Wanneer ze weten waarom en hoe ze het moeten doen, willen ze maar wat graag hun elzensingels onderhouden. De terugkeer van de gekraagde roodstaart, of de toename van het aantal broedvogels, daar doen ze het voor. Uit studies blijkt dat landschapselementen, zoals houtwallen, een impuls geven aan de biodiversiteit. Een insectenwalhalla worden ze ook wel genoemd. Het meest bekende voorbeeld daarvan is de Ooijpolder. Sinds boeren daar in vier jaar tijd dertig kilometer aan landschapselementen hebben aangelegd, is de biodiversiteit, en daarmee de belevingswaarde van het gebied, gaan floreren.
Weerbaar
En daar zit de crux. We zijn zo gericht op de korte termijn, ook in de politiek, dat we de lange termijn uit het oog verliezen. Natuurlijk moet vandaag geld verdiend worden. Dus het is zeker legitiem dat de overheid structureel meer geld, 500 miljoen euro per jaar, uittrekt voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, waaruit het beheer van landschapselementen wordt betaald. Maar we moeten verder kijken dan vandaag, want de zorg voor morgen wordt steeds nijpender. Klimaatverandering gaat ons hele systeem op de kop zetten. Laten we zorgen dat we weerbaar worden. Dat ons land weerbaar wordt. Landschapselementen kunnen daar aan bijdragen. Dat is van grote meerwaarde. Niet alleen voor de boer, maar voor ons allemaal.